Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

Caresheet Morelia Viridis

Ga naar beneden

Caresheet Morelia Viridis Empty Caresheet Morelia Viridis

Bericht van Jipken ma mei 23, 2011 1:56 am

Wetenschappelijke naam: Morelia viridis

Nederlandse naam: Groene boompython, chondro

Land van Herkomst: Noord Australië (Cape York), eilanden in het oosten van Indonesië en Papua New Guinea

Gem. Lengte: 1,2 - 1,5 M

Gem. Dag temperatuur: 27 à 32°C
Gem. Nacht temperatuur: 24 à 27°C
Gem. Relatieve luchtvochtigheid: 75%
Min. Terra maat enkel dier: LBH: 80 x 60 x 60 cm
Min. Terra maat koppel: LBH: 100 x 60 x 60 cm

Algemeen

De groene boompython is tegenwoordig opgenomen in het Morelia complex. Voorheen was de soortnaam Chondropython viridis, en vandaar de welbekende naam ''chondro''.
Viridis betekend in het Latijns ''groen'', en letterlijk vertaald heet de soort dus groene python.
Veel onderzoekers vinden nog steeds dat de naam Chondropyton juist is, deze niet thuis hoort in het Morelia complex.

Er zijn geen ondersoorten van Morelia viridis.
Wel zijn er echter vele lokaliteiten die vaak hun eigen kenmerken hebben, zoals een verschillende bouw van kop, een lange spitste staart of juist een kortere stompe staart, en natuurlijk de diverse variëteit aan kleuren en markeringen. De grootste verschillen zitten vaak tussen de 'highland' (vaste land) en de eilandvormen.
De meest algemene en bekende lokaliteiten zijn Aru, Sorong, Wamena, Biak, Merauke en Kafiau.

Naast de zuivere lokaliteiten zijn er heel veel kruisingen tussen de lokaliteiten, en de zogenaamde 'designers' oftewel morphs.
Deze zijn ontstaan uit kruisingen, en door het selectief te kweken met dieren die anders gekleurd zijn. Zo zijn er genetisch erfelijke eigenschappen ontstaan, zoals blauwe, gele en calico chondros.
Er zijn zelfs albino chondros.

Caresheet Morelia Viridis Wamena10
Wamena (Highland) lokaliteit

Caresheet Morelia Viridis Img00010
Aru (Island) lokaliteit

Helaas is er maar weinig informatie over deze dieren in het wild, bijna alle literatuur over deze dieren komt voort uit dieren gehouden in gevangenschap.

De groene boompython is een bewoner van regenwouden, waar het klimaat het gehele jaar door warm en vochtig is.
Ze leven hoofdzakelijk boven de grond, in bomen maar ook in lagere struiken en andere vegetatie.
Door zijn slanke bouw kan hij goed klimmen en met een goede schutkleur is de chondro tussen de planten in zijn element.
Ook is het bekend dat ze wel degelijk af en toe op de grond komen, zeker 's nachts wanneer ze actief zijn.

Net als de boomboa (Corallus Caninus) neemt de boompython dezelfde karakteristieke rusthouding aan wanneer hij op een tak ligt.
Het zijn dieren die overdag rusten, en vooral 's nachts actief zijn en jagen.
Op jacht hangen ze in een typerende houding vanaf een tak met hun kop naar beneden, in een soort S vorm, het doet denken aan een pijl en boog, om snel toe te slaan wanneer er een prooi langs komt.

Zoals veel andere pythons bezitten ze warmte sensoren, waarmee hij dus 's nachts kan jagen. Warmte is meestal rede genoeg om aan te vallen.
Naast zoogdieren eten de jongere dieren voornamelijk hagedissen.
Met hun lange tanden hebben ze een stevige grip op hun prooi, die ze vervolgens doden door verwurging.

Caresheet Morelia Viridis Vvyd4
Een chondro in de typische jachthouding

Het meest eigenaardige aan deze slang is misschien wel de drastische kleurverandering van juveniel naar volwassen dier, wanneer deze pythons uit het ei komen zijn ze namelijk geel of rood.
Pas na geruime tijd kleuren ze langzaam op naar groen, dit proces is qua tijdsbestek nogal variërend, zeg van 8 maanden tot 3 jaar.
Sommige lokaliteiten staan erom bekend dat ze er nog langer over doen, eer ze helemaal klaar zijn met omkleuren.

Caresheet Morelia Viridis Dscn0610
Een chondro tijdens zijn kleurverandering

Dan is er ook nog de zogenaamde 'hormonale' kleurverandering.
Een vrouwtje kan door zwangerschap of rijpende follikels lichter van kleur worden, donkerder en zelfs fel blauw!
Het kan zijn dat ze na de eileg weer haar oorspronkelijke kleur aanneemt, maar ze kan ook de blauwe kleur behouden, zeker wanneer ze meerdere keren zwanger is geweest.

Huisvesting

Ondanks dat de boompython een vooral arboreale (boombewonende) soort is, is een hoge bak niet praktisch om ze in te houden. Het is belangrijker om het klimaat goed af te kunnen stellen naar hun behoeften, en daar speelt hoogte geen essentiële rol in.

Net zoals bij andere slangen, is temperatuurgradatie erg belangrijk.
Gradatie betekend dat er verschil is in de temperatuur, en in het terrarium betekent dat een warme en een koelere kant.
Dit is simpelweg te realiseren door slechts één zijde van het terrarium te verwarmen.

De slang kan op die manier zijn eigen gewenste temperatuur op zoeken, en het liefst zorg je voor gradatie op de plek daar waar de slang zich het liefste bevindt, en voor een boompython is dat vaak de hoogste tak in een terrarium.
Nog een ander feit is dat Morelia viridis haast geen verticale gradatie op zoekt.

Dus een hoge, smalle bak met op verschillende hoogten takken, speelt geen rol m.b.t. de gewenste gradatie. Bovenin waar de slang zich bevindt, zal de temperatuur nagenoeg hetzelfde zijn.
De chondro wordt zo gedwongen om de ingestelde temperatuur te aanvaarden.

Wat heel goed is, is juist een wat lager en breder terrarium, met maar op 1 of 2 hoogten takken horizontaal geinstalleerd. Met de verwarming aan 1 zijde, kan de slang op één van zijn favoriete plek liggen, en daar haar eigen gewenste temperatuur vinden.
Een hoog maar dan ook breed terrarium is ook niet het meest praktisch.

Een chondro heeft niet veel behoeften, maar qua klimaat zijn het gevoelige dieren. Dat moet dus perfect zijn geregeld.
Naast de temperatuur is de luchtvochtigheid (RV) een zeer belangrijke factor. Als die niet goed is kunnen problemen als RI (longaandoeningen), uitdroging en obstipatie (verharde ontlasting) ontstaan.
Ook zal de slang dan niet goed vervellen.

Constant vochtig is ook voor deze dieren niet goed, het gaat erom dat je een balans vind, tussen sproeien - ventileren - en opdrogen.

De beste ventilatie is diagonale ventilatie, bijvoorbeeld aan de voorkant van je terrarium onderin, en dan aan de achterkant het rooster bovenin. Zo creieer een luchtstroming, zonder dat het kan tochten.

Het beste is dat een terrarium in zeg 24 uur na het sproeien weer bijna opgedroogd is. Blijft deze nat dan is de ventilatie niet goed, of je sproeit teveel.
Omgekeerd als het terrarium juist sneller opdroogt, sproei je véél te weinig, of ventileer je teveel.
1 Keer per dag sproeien, de volgende dag het terrarium weer bijna droog.
Naar die balans moet je zoeken.

Natuurlijk is de RV van de omgeving (huiskamer) ook een factor, bijvoorbeeld 's winters is de lucht droger dan zomers, hoe warmer de omgevingtemperatuur hoe langzamer het terrarium opdroogt; en koude lucht trekt warmere lucht aan.

Om terug te komen op de hoogte van het terrarium, om te zorgen dat je die balans makkelijk kunt vinden, is het raadzaam om substraat te gebruiken dat vocht opneemt, en langzaam weer afgeeft.
Cypress mulch is hiervoor heel geschikt.

Die bodem moet daarvoor opwarmen, maar het gaat natuurlijk ook om die gradatie op de bovenste tak. Zou je de de bodem verwarmen in een te hoge bak, blijft het bovenin de RV te laag. Zou je in dit terrarium met een lamp verwarmen, blijft het onderin nat en koel en bovenin te droog.

Wanneer je een lager terrarium neemt, worden die verschillen kleiner.
De bodem droogt mooi langzaam op, terwijl de vochtige lucht die opstijgt ook snel bovenin is, waar de python op zijn tak hangt.

In een terrarium van maximaal 100 cm lang en 70 cm hoog werkt
een heel eenvoudig systeem optimaal.
Je kan slechts 1 verwarmingselement gebruiken (bijvoorbeeld een keramische lamp) die je aan 1 zijde van het terrarium installeert.

Het makkelijkste is die op een thermostaat aan te sluiten, kan een dag- en nacht schakelaar zijn, maar omdat je al gradatie in je terrarium hebt, is enkel de gemiddelde dag - temperatuur ook genoeg.
Met dit systeem heb je een degelijke en efficiënte oplossing om deze dieren optimaal te houden. Of het nu zomers zeg 25 c binnen is, of 16 c, je hoeft enkel de thermostaat eenmaal in te stellen en het is altijd goed.

Het beste is om midden in het terrarium ter hoogte van de bovenste tak te meten. Dat is een goede plek om een gemiddelde temperatuur in te stellen. De python kan zowel warmer- dichter naar de verwarming als koeler - verder vanaf de verwarming gaan liggen. Dus een gemiddelde temperatuur instellen is altijd goed.

Verlichting is voor de dieren niet zo erg belangrijk, maar om ze goed te kunnen zien en vooral om geen invloed op de temperatuur te hebben, zijn lampen die geen warmte afgeven als Tl's, spaarlampen en Led lampen zeer geschikt.
Los van de kamertemperatuur zijn de terraria altijd goed verlicht.
Dat is juist waarom deze slangen zo aantrekkelijk zijn, ze liggen weinig verstopt en onder mooi licht komen de kleuren pas echt tot leven.
Veel chondros hebben blauwe kleuren, die bijna onzichtbaar worden onder gele lampen (gloeilampen, spots etc.) Om de kleuren zo goed mogelijk uit te laten komen, zijn daglicht lampen geschikt maar wit licht is bijna net zo mooi.

Caresheet Morelia Viridis Img00410
Een chondro terrarium

Voeding

Chondros doen het prima op een dieet van ratten en muizen.
Alleen jonge dieren zijn moeilijk op pinkies te krijgen, dit omdat ze van nature hagedissen eten. Ze moeten het dus letterlijk leren eten.
Het veiligste is om dode prooien te voeren, pre- killed of warme ontdooide prooien. Dit omdat ze gebruik maken van hitte gevoelige sensoren bij de jacht.
Het makkelijkste is om de prooi met een lange pincet aan te bieden.
Een levende prooi laten lopen in het terrarium kan resulteren in een bek vol houtsnippers met alle gevolgen van dien.
Biedt een prooi aan met de kop richting de python, en hou de pincet op een manier vast dat de slang niet in de uiteinden kan bijten.
Een arterieklem is zeer geschikt, zeker als je wat zwaardere prooien als ratten voert.

Chondros hebben niet veel voedsel nodig, daar ze vrij langzaam verteren en vrij passief zijn. Voer prooien dunner dan de slang, en geef jonge dieren 1 x per week een prooi, oudere volwassen dieren volstaan met 1 prooi per 3 weken.

De tijd vanaf voeren tot ontlasten kan soms maanden duren.
Ervan uitgaande dat het klimaat optimaal is, hoef je niet te wachten met voedsel aanbieden als de python zich dan nog niet heeft ontlast.

Voortplanting

Chondro's zijn vrij moeilijk om te kweken, in tegenstelling met veel andere pythons. Vanaf een volwassen, paringsbereid koppel tot goed etende jongen is een lange weg waarin veel mis kan gaan.

Dieren zijn geslachtsrijp vanaf 3,5 -5 jaar oud.
De eerste stap is om te zorgen dat de dieren goede vet reserves hebben.
Dit is nodig voor de ontwikkeling van de follikels.
Beide dieren zullen vaak ook geruime tijd vasten.

Er zijn vele successen op verschillende manieren behaald.
Een feit is dat dieren sterk reageren op lage druk gebieden, storm en onweer zorgt voor activiteit, dat resulteert in paringen.

Ook de RV verhogen door meer te sproeien, of de (nacht) temperatuur verlagen maar noodzakelijk is dat niet.
Er wordt gezegd dat de vruchtbaarheid van mannen toeneemt wanneer ze een tijd koeler zijn gehouden.

Ook de geuren van ander mannetjes of vrouwtje kan een stimulans zijn om te paren. Af en toe een koppel scheiden, een vervelling in het terrarium leggen, of een andere chondro in het terrarium laten kruipen, kunnen allemaal nuttig zijn om een koppel paringsbereid te krijgen.

Paarlustige) mannen moet men nooit bij elkaar plaatsen, dit kan gevechten veroorzaken waar dieren ernstig letsel op kunnen lopen.
Chondros hebben zeer lange tanden waarmee ze de organen van een ander dier zodanig kunnen beschadigen dat deze dood zal gaan.

Paringen beginnen meestal 's avonds als de lampen uit zijn, en gaan vaak door tot in de middag de volgende dag.
Het is normaal dat dit wekenlang door gaat, het schijnt
dat paringen ook de follikels ontwikkeling stimuleren.

Caresheet Morelia Viridis Img00910

De tijd vanaf paringen tot rijpende follikels kan weken maar ook maanden duren.
De eerste aanwijzing is vaak een verandering in gedrag van het vrouwtje, bijvoorbeeld een andere ligplaats en het weigeren van voedsel.

Wanneer de follikels (eicellen) rijpen, is een duidelijke zwelling zichtbaar.
Ook zal het vrouwtje vaak met een typische ''side coil'' liggen.
Dat houdt in dat ze hun buik ietwat omhoog draaien, om de follikels op te warmen. In dit stadium kan een chondro de follikels weer in haar systeem opnemen, neemt de zwelling af en alles is weer normaal.
Een niet optimaal klimaat kan een belangrijke factor spelen.
Een chondro is pas zwanger als de follikels uit de ovaria loskomen en bevrucht worden. Dat proces heet de ovulatie.

Een ovulatie volgt binnen enkele weken nadat de follikels rijpen.
De ovulatie betekend dat de eicellen worden bevrucht, en in dit stadium is een chondro pas zwanger. Dit is ook het stadium dat de eieren schaal vormen en het vrouwtje de eieren niet meer in haar systeem op kan nemen. Vandaar dat de slang nu pas zwanger kan worden genoemd.

De ovulatie is zichtbare door een plaatselijke zwelling, in het middenlijf.
Deze zwelling duurt 1 tot 2 dagen, en neemt dan weer af.
Het vrouwtje is meestal erg onrustig, en kan haar lichaam niet over een tak buigen. De zwelling in een goede ovulatie is groot, en op het oog niet te missen.

Caresheet Morelia Viridis Dscn0510

Een ovulatie die korter of langer duurt, een kleine zwelling geeft is meestal een indicatie op een slecht of klein legsel.
Vanaf de ovulatie duurt het ongeveer 40 dagen tot ze eieren legt.
In deze periode is het belangrijk om een warme plek te creïeren, een zogenaamde ''hot spot''.

Een meer betrouwbare tijdsaanduiding voor de eileg is de POS, (post ovulation shed) of ook wel genoemd de Pre Lay Shed (voor het leggen vervelling).
Na die vervelling duurt het ongeveer 12 - 19 dagen voor ze eieren zal leggen. In dit stadium is het belangrijk om het vrouwtje van een nestbox te voorzien. Dit kan een emmer zijn, een houten kistje of curver gevuld met mos.
Belangrijk is dat de temperatuur in de legbox goed is (zo'n 30 graden)
en dat het vrouwtje er vanaf een tak in kan kruipen.

Enkele dagen voor de leg zal het vrouwtje in de box blijven liggen.
Normaal zal het vrouwtje de eieren zelf uit willen broeden.
Als de eieren in een broedstoof worden uitgebroed zal het vrouwtje eerst verwijderd moeten worden.

Caresheet Morelia Viridis Dscn1010
Chondro met eieren

Belangrijk is de hoge RV die de eieren nodig hebben, zo'n 90% of hoger.
Daarentegen zijn de eieren zeer gevoelig,. voor zowel temperatuur als vocht, - er mogen absoluut geen druppels op de eieren komen.

Eieren zijn succesvol uitgebroed op temperaturen van 29,5 tot 31,5 graden. Een bekende en goede manier is de 1- 5 -1 methode.
Bij deze manier wordt de temperatuur van de eieren gemeten, de sonde is in contact met de eieren. 1 -5 -1 betekent 1 e week 5 weken laatste week. Er wordt een temperatuur aanbevolen van 1 - 30,5, 5 - 31.5 en 29,5 graden voor de laatste week.

Caresheet Morelia Viridis Dscn1011

Wanneer er een constante temperatuur gekozen wordt is het belangrijk te weten dat eieren zelf warmte gaan produceren, na ongeveer de 2e week. In de laatste fase verliezen de eieren vocht en vallen wat in.

Na ongeveer 50 dagen komen de eieren uit. Het is raadzaam om tegen die tijd de eieren zelf in te knippen (pippen), zodat de jongen er makkelijk uit kunnen komen. Volledig ontwikkelde maar dode jongen komen regelmatig voor, door te hoge temperaturen maar ook omdat ze gestikt zijn in hun ei.

Als de jongen zijn geboren dienen ze zeer vochtig worden gehouden, want hun huid is zeer dun en gevoelig voor uitdroging.
Ze kunnen het beste individueel gehuisvest worden, op een constante temperatuur. Kort na de geboorte vervellen ze, waarna het voeren kan beginnen.
Dit is erg lastig omdat de jongen van nature geen pinkies eten.

Je zult ze zelf moeten ''leren'' eten.
Eendagsmuisjes worden aangeboden met een pincet.
Er is veel geduld voor nodig, en het pesten om een bijtreactie uit te lokken, de prooi van veren en / of geur te voorzien zijn voorbeelden die kunnen helpen om de diertjes op te starten. Het gaat erom dat je een bijtreactie uitlokt, net zolang het diertje de pinkie vasthoudt en begint te eten.

Normaal gesproken gaan ze na enkele maanden de prooi wel herkennen, en gaat het voeren steeds makkelijker.


De Morelia viridis is een van de mooiste python soorten ter wereld, en zeer fijne en dankbare dieren in het terrarium.
Het zijn niet zo zeer moeilijk te houden dieren, maar het zijn de houders die de dieren en hun behoeften moeten begrijpen, om ze met succes te houden en misschien zelfs om er mee te kweken.

Thx 2 Irmo.
Jipken
Jipken
.
.

Man Aantal berichten : 205
Registratiedatum : 24-04-11
Woonplaats : Gent [BE]

https://www.youtube.com/user/MrJipken https://www.facebook.com/gtpfreakz

Terug naar boven Ga naar beneden

Terug naar boven

- Soortgelijke onderwerpen

 
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum